Gesprekspunten
Start Auteur Daniël inleiding Bibliografie Laatste nieuws Openbaring v Johannes Gesprekspunten Links

 Sporen van de wederkomst van Jezus Christus   

Vorige
Omhoog
Volgende

 

Vragen en aandachtspunten voor Bijbelstudie

Daniël

1a        Daniël 7. Mensen als dieren.
 

  1. Verstaat Daniël profetieën in letterlijke - of geestelijke zin of beide? Waarom doet hij dat en is dat juist?

  2. Wie doet de vier dieren opkomen uit de zee? Wat betekent zee in dit verband?

  3. Is de opkomst uit de zee de enige reden om de vier koningen “dieren” te noemen?

  4. Waaruit bestaat de menswording van het eerste dier? Wie of wat bewerkte dat?

  5. Voor welk volk had de menswording van Nebukadnesar direct gevolgen? Welke?

  6. Heeft bekering/menswording van een koning vandaag nog gevolgen voor het volk? Waarom niet? Waarom richt de vijandschap van de vier dieren zich tegen Gods volk?

  7. Zijn er lijnen te trekken tussen het bijbelboek “Ester” en het tweede dier, de half opgerichte beer? Welke dan?

  8. Waarom zou Daniël meer hebben willen weten over het vierde dier?

  9. Waarin verschilt het opkomen van het vierde dier van de andere dieren?

  10. Welke vijandige dingen hebben tien Romeinse keizers Christenen aangedaan?

  11. Is het juist de Franse Revolutie toe te passen op de (kleine) horen, die drie koningen ten val zou brengen? Wat heeft deze toepassing christenen vandaag te zeggen?

  12. Wie heeft de tijden en wet in handen tijdens het vierde dier? Motiveer uw antwoord?

  13. Kan men uit het vierde dier afleiden of Israël en de Kerk verdrukt zullen worden?

  14. Was Daniël verheugd over het antwoord? Waaruit blijkt dat en wat vindt u ervan?

  15. Is het nuttig voor een christen te weten dat hem verdrukking wacht? Waarom?

  16. Wat bewaarde Daniël in zijn hart en waarom?


1b        Daniël 8. De gruwel der verwoesting.
 

  1. Wat is de zin van de vermelding van het tijdstip van dit gezicht?
  2. Kan het woord over verwoesting van de tempel anders dan letterlijk genomen worden, nu de tempel op dat moment letterlijk verwoest was?
  3. In welk jaar is de tweede tempel verwoest?
  4. Wanneer is de moskee “de koepel van de rots” op het tempelplein gebouwd en door wie?
  5. Is er ernstiger overtreding denkbaar nu op deze moskee staat: “God heeft geen Zoon”?
  6. Op het bevel het gezicht over de avonden en morgens te doen verstaan, ging Gabriël op de plaats staan waar Daniël zich bevond. Wat betekent het innemen van die plaats in verband met het getal van de avonden en morgens?
  7. Kan men zeggen dat het heiligdom in rechten staat is hersteld nu Israël sinds 1980 de macht over het oude Jeruzalem heeft verkregen en dit overeenkomt met het getal van de avonden en morgens?
  8. Wie heeft volgens het gezicht van de avonden en morgens de macht over Jeruzalem de Joden, de Moslims, de Christenen of Gods Zoon? Wat wil dit zeggen?


 

1c        Daniël 9 Jeruzalem, teken der tijden
 


 

1d        Daniël 10 - 11:36.  De Satan ontmaskert.

 

1e        Daniël 11:35vv. Herstel koningschap van Jeruzalem.
 


 

Gespreksvragen over de Openbaring van Johannes

1          Openbaring 1:1 – 10  Jezus regeert de wereld en de Kerk
 

  1. Geeft Openbaring aan wanneer de profetieën beginnen? Zeggen de woorden "zonder uitstel" iets over het tijdstip van de dingen die moeten geschieden? Waarom wel of waarom niet?

  2. Wie wordt zalig verklaart en wat moet deze als profetieën beschouwen?

  3. Voor wie geldt de groet, genade en vrede in Openbaring en stopt de tijdsduur van die groet met het einde van die generatie?  Waarom niet?

  4. Wat is de reden en waardoor wordt Jezus de getrouwe getuige genoemd?

  5. Wat zegt Jezus als getrouwe getuige volgens Jesaja 53 over ieder mens?

  6. Voor wie is de wederkomst van Jezus troostvol en voor wie niet? Kunt u dit toelichten?

  7. Met welk doel verbindt Johannes zich met broeders in de verdrukking? Hoe heeft dit met zijn ballingschap te maken?  Wat zegt de door Johannes genoemde reden van zijn ballingschap over de inhoud van zijn prediking?
     

2          Openbaring 1:9 – 2:2.  Het geheim van de zeven steden en de engelen
 

  1. Wat heeft Johannes gezien in het gezicht van de zeven genoemde steden en hun gemeenten? Is dit anders dan in de zeven brieven staat? Waarom niet?

  2. Waarom heeft Jezus de zeven brieven over het gezicht van de zeven steden en hun gemeenten aan Johannes gedicteerd, terwijl hij het allemaal in een gezicht heeft gezien? Was dit onvermogen van Johannes of wat anders?

  3. Als de brieven van de steden en hun gemeenten alleen de toestand uit de tijd van Johannes beschrijven, waarom heeft Jezus deze dan gedicteerd?

  4. Engelen zijn in de Bijbel altijd in dienst van God, waarom zou dat hier niet het geval zijn, terwijl Jezus de engelen toch in zijn rechterhand vasthoudt?

  5. Daar elke brief geadresseerd is aan een engel die Hij als sterren in zijn rechterhand houdt, terwijl Hij temidden van zeven gemeenten (kandelaren) staat, kan men dan zonder af te doen de engelen tot voorgangers maken?

  6. Waarom zou Jezus aan Johannes met een tweesnijdende zwaard in de mond zijn verschenen? Wat betekent dit anders dan Hij heeft gezegd?

  7. Welke gevolgen heeft het voor het verstaan van de steden van de brieven nu de inleiding onthult dat Jezus de wereld leidt en bestuurt ten gunste van de Kerk? Geldt dit dan niet voor de zeven steden en hun gemeenten?

 

 

3          Openbaring 2:1 – 8.  God is de eerste in de heilsweg
 

  1. Nu Jezus voortdurend zeven engelen in zijn rechterhand houdt, terwijl Hij het wel en wee van de wereld en de Kerk bepaald zoals de zeven brieven aan engelen beschrijven. Kunt u in het kort uitleggen wanneer en hoe dit op de brief aan de engel van Efeze van toepassing is?

  2. Welke bijzonderheden van de stad Efeze bepaalden toen de leefomgeving en ruimte voor de evangelieverkondiging door de Kerk van Jezus?

  3. Hadden de gunstige omstandigheden van Efeze voor de evangelie verkondiging ook een gevaarlijke kant voor de Kerk? Welke dan?

  4. Wat wordt bedoeld met de eerste liefde? Kunt u uitleggen wat de woorden van Jezus "zonder Mij kunt gij niets doen" daarmee te maken hebben?

  5. Toont de dreiging van de wegneming van de kandelaar dat bekering noodzakelijk is? Waaruit moet die bekering bestaan?

  6. Zijn de gevaarlijke omstandigheden van de eerste gemeenten vandaag nog aanwezig? Geldt dat ook voor de kerk waartoe u behoort?

  7. Wat zou er toen van de Kerk geworden zijn, zonder ingrijpen door Gods Zoon?

 

4          Openbaring 2:8 – 12a.  Martelaren bewaarden de Kerk
 

  1. Welke bijzonderheden zijn bekend van de stad Smyrna uit de tijd van de vroege Kerk?

  2. Welke woorden tonen de hand en aanwezigheid van Christus bij de vervolgingen van de vroege Kerk?

  3. Maakt het wat uit of gevangenschap door laster komt of door het geloof? Licht dit toe?
  4. Wie verzocht de christenen de Satan of Gods Zoon of beide? Bevestigen de vele verraders van het geloof (lapsi's) de noodzaak van de vervolgingen?
  5. Welke rol speelde "bekering en het geloof in Jezus"  bij het verraad en de volharding van de gelovigen? Licht beide toe.
  6. Waaruit bestond toen het "rijk zijn" van de martelaren?
  7. Indien de tweede dood de marteldood is, wat is dan de eerste dood?
  8. Waardoor verwachtte bisschop Polycarpus hulp en kracht van Jezus? Was dit tevergeefs?
  9. Wie was de overwinnaar bij deze vervolgingen, de Satan of Jezus? Kunt u dit toelichten?.
  10. Kunt u aangeven op welke jaren of tijd de tweede brief van toepassing is?

 

5          Openbaring 2: 12 – 18. Satans verloren strijd tegen de Kerk
 

  1. Waaruit blijkt dat de christenvervolgingen aan deze periode vooraf zijn gegaan?
  2. Kwam de Satan hierin als een briesende leeuw of als een engel des lichts?
  3. Ten gunste van welk volk wilde Bileam Israël vervloeken? Wat weet u van de afkomst van dit volk?
  4. Wat zou het gevolg zijn geweest voor de beloofde Messias, wanneer de belofte aan Abraham op de nakomelingen van Lot zou zijn overgegaan?
  5. Is de valstrik van Satan de godheid van Jezus te verduisteren, of iets anders?
  6. Tonen ook de bijzondere kenmerken van Pergamum dat de godheid van Jezus toen in het geding was? Reageerde de Kerk dankzij of ondanks de Keizer?
  7. Maakt het wat uit of Jezus gelijk is aan de Vader of op Hem lijkt? Voor wie maakte dit alles uit en waarom?
  8. Is de godheid van Jezus belangrijk voor de Kerk? Weet u ook waarom?
  9. Hoeveel oecumenische synoden zijn er geweest over de persoon, de godheid en de verhouding tot de mensheid van Jezus? Wanneer was de zevende?
 

6          Openbaring 2:18 – 29. Niet de paus maar Jezus regeert
 

  1. Wat zijn volgens de Bijbel de werken van de vrouw Izebel, die geen koningin was?
  2. Was zij als vrouw van de koning bevoegd Naboth te doden? Welke gevolgen had dit voor Achab?
  3. Wat was in de middeleeuwen het bijzondere van Thyatira? Wat bracht dit Europa?
  4. In welke drie ambten werd de Kerk in de late middeleeuwen opgedeeld en waardoor?
  5. Welke mogelijkheid gaf de invoering van het hiërarchische gildensysteem in de Kerk aan de bisschop van Rome en wat is de investituurstrijd?
  6. Raakt Jezus als Heer der Kerk buiten het gezichtsveld door het hiërarchische systeem met de paus als hoofd van de Kerk? Wat is in dit verband hoererij?
  7. Laat Gods Zoon de vrouw Izebel haar gang gaan? Wat betekent dit voor de Kerk?
  8. Is het juist verband te leggen tussen de pestziekte van 1346-1349 en deze brief over het doen sterven van hun kinderen? Wat hebben hart en nieren hiermee te maken?
  9. Is de invloed van een uitspraak van een paus vergelijkbaar met die van een generale synode van protestantse kerken? Kent u synode uitspraken die later fout bleken?
 

7          Openbaring 3:1-7. Zonder bloed geen waarheid en leven.
 

  1. Wanneer is een Kerk dood voor God, terwijl het een bloeiende gemeenschap lijkt?
  2. Waardoor wordt het verleden van de stad Sardis en de Kerk gekenmerkt?
  3. Hebben deze kenmerken er toe bij gedragen, dat de heilsweg werd verduisterd?
  4. Welke rol hebben de paus en de aflaten daarbij gespeeld?
  5. Wat spreekt de mens meer tot de verbeelding, een groots verleden door geloofswerken of zoals Johannes doet door zich een broeder in de verdrukking te noemen?
  6. Noem enkele reformatoren? Hebben dezen iets nieuws gebracht? Wat dan wel?
  7. Brengt de geloofsweg van Luther zekerheid of hoop op behoud of beide?
  8. Wat waren de reacties van de Kerk op de oproep van Luther tot reformatie?
  9. De Here legt verband tussen geloof in zijn woord en het verstaan van de tekenen van de tijd? Kunt dit uitleggen?
 

8          Openbaring 3:7-13. Jeruzalem als verzoeking
 

  1. Wat bedoeld Jezus met de sleutelmacht? Geldt dit voor het aardse Jeruzalem het hemelse, of beide?
  2. Welk volk had in de tijd van Johannes de regeermacht over Jeruzalem?
  3. Sinds welk jaar hebben de Joden officieel de regeermacht over Jeruzalem terug?
  4. Kunt u vanuit deze brief opmaken dat de Here het koningsschap over Jeruzalem aan de Joden zal teruggeven?
  5. Voor welk doel is Philadelphia gebouwd? Kan men dat ook van Jeruzalem zeggen?
  6. Welke zijn de overeenkomsten tussen het oude Griekse denken en die van de Franse Revolutie? Welke van de twee zijn gevaarlijk voor de Kerk of allebei? Hoe dan?
  7. Waarom noemt de Here leiders van de herstelde staat Israël en Jeruzalem leugenaars?
  8. Wat verwacht deze brief van christenen en Joden tijdens de herstelde staat van Israël?
  9. Wat zegt deze brief over de tekenen van de eindtijd? Wanneer zal men ze verstaan?

 

9          Openbaring 3: 14 – 22. Lauwe Kerk vraagt om plagen
 

  1. Wat is het bijzondere van de stad Laodicea? Was dit bij rampen gebruikelijk?
  2. Is er verschil in de plaats van de vrouw in het maatschappelijke verkeer en de kerkelijke ambten? Wat zegt de Bijbel hierover in 1 Timotheus 2 : 11-15?
  3. Wat zegt het toelaten van de vrouw in de kerkelijke ambten daar over het Schriftgezag?
  4. Heeft lauwheid hier betrekking op de toe-eigening van het heil of de houding tegenover de kruisdood van Christus of beide? Wat leert toetsing aan de woorden van Jezus?
  5. Heeft het niet willen weten te maken met Jezus als de getrouwe getuige? hoe dan?
  6. Is de toestand in de gemeente van Laodicea toepasbaar op tegenwoordige kerken?
  7. Zal de Here in de eindtijd lauwe christenen aan hun lot overlaten? Wat doet Hij dan?
  8. Is de emancipatie van de vrouw in de kerken de oorzaak of het gevolg van lauwheid?

 

10        Openbaring 3: 19 – 4 : 11. Plagen moeten de Kerk redden
 

  1. Nu Johannes naar de hemel moest opklimmen om hem de noodzaak van de boekrol te tonen, kan Jezus de Kerk dan zonder dit gezicht overtuigen van zijn lauwheid?
  2. Johannes ziet behalve Gods troon ook vier dieren en vierentwintig oudsten. Welke van de drie overtuigen Johannes, u en mij van de noodzaak van de boekrol?
  3. Ervaren wij vandaag onze noodzakelijk bestaansmiddelen net zo als de vier dieren? Noem het verschil?
  4. Wat vindt u van de ootmoedige houding van de oudsten? Is dat ook onze houding? Noem het verschil?
  5. Onthult de houding van de dieren en de ootmoedige houding van de oudsten behalve schijngeloof ook de noodzaak van een bedelaarshouding?
  6. Is de tegenwoordige nood van de Kerk en Israël op dit gezicht van toepassing? Kunt u uitleggen?
     

11        Openbaring 5: 1 – 14. Hoelang Jezus op zich laat wachten
 

  1. Wat verstaat de Bijbel onder de dubbele betekenis van het kruis van Jezus? Kunt u dit uitleggen vanuit de offerdienst in het Oude Testament?
  2. Wat is er veranderd als Johannes wordt gevraagd te stoppen met wenen?
  3. Waarom neemt Jezus pas de boekrol, wanneer Hij wereldwijd levende getuigen heeft?
  4. Daar de boekrol gelijkwaardig is aan Jezus als het geslachte Lam, wat zegt dit over de inhoud ervan? Waarom heeft Jezus de boekrol eigenlijk nodig?
  5. Wat is er verandert aan de prediking nu men een wit kruis door de straten van een stad (de Passion) kan dragen, zonder dat iemand buiten de Kerk dit aanstoot geeft?
  6. Voor wie is de inhoud van de boekrol bestemd, de Kerk, de wereld of beide? Waarom?.
  7. Is de boekrol in handen van het Lam Gods in de eindtijd bemoedigend? Waarom wel/niet?
     

12        Openbaring 6: 1 – 5. Het witte en rode paard
 

  1. Wat bedoelt Jezus met de woorden: dat het in de eindtijd zal zijn als in de dagen van Noach?
  2. Wie wordt met de ruiter op het witte paard bedoeld?
  3. Daar Jezus met de boekrol de lauwheid van de Kerk wil breken, wat zou dan de boog in zijn hand betekenen?
  4. Is het wegnemen van de vrede door de ruiter op het rode paard hetzelfde  als de woorden van Jezus dat ze elkander zullen verraden en zelfs doden?
  5. Welk verband is er tussen de eerste twee paarden en de woorden van Jezus dat Hij in de eindtijd allen die Hij liefheeft zal tuchtigen en louteren?
  6. Zijn deze paarden volgens u tegenwoordig al bezig in onze wereld? Hoe weet u dat? Licht dat toe?
  7. Waarin ligt het gevaar van deze paarden voor christenen?
     

13        Openbaring 6: 1,2 en 5,6. Vrije seks en het zwarte paard
 

  1. Behoren olie en wijn in de Bijbel tot het noodzakelijke bestaan of tot de  aangenaamste dingen van het leven? Wat zegt de Bijbel daarover?
  2. Wat gebeurt er met de lonen, als het noodzakelijke bestaan (tarwe en gerst) door belasting en sociale heffingen twintigmaal duurder wordt? Is dat in Europa het geval? Sinds wanneer?
  3. Hoe werkt een juk bij trekdieren? Waardoor maakt het juk het gebruik van de olie en wijn volgens de mensenstem voor iedereen vrij toegankelijk ?
  4. Zijn de tegenwoordige dure noodzakelijke bestaansvoorwaarden als gevolg van het sociale stelsel toe te passen op deze profetie over de dure tarwe en gerst? Hoe dan?
  5. Wat betekent de zwarte kleur van het zwarte paard hier? Is het juist dit zwarte paard met zijn berijder toe te passen op de ziekte Aids? Is dit tot heil, ten dode of beide?
  6. Maakt het verschil nu een mensenstem genoemde zaken door een juk verbindt?
  7. Hoe en waarmee kan deze ruiter de ruiter op het witte paard dienstbaar zijn?
     

14        Openbaring 6: 1,2 en 7,8. De hel achtervolgt de dood
 

  1. Wat wordt met het vierde paard bedoeld en wie met zijn berijders?
  2. Daar het om het doden van mensen gaat, is het juist het vierde deel van de aarde hier als de bewoonde wereld te verstaan? Motiveer uw antwoord?
  3. Nu Jezus door de dood van de arme Lazarus en de rijke man aangeeft het dodenrijk als de hel te verstaan, geldt dit dan ook elders in de Bijbel?
  4. Zijn historische zelfmoordacties aan te wijzen om in de hemel te komen?
  5. Kan men abortus en het bewust besmetten van de ander met het Hiv virus als het werk van het vierde paard zien? Kunt u dat uitleggen?
  6. Hoe kan een zelfmoordaanslag door moslims buiten Galaten 4; 21-31 tot heil zijn voor christenen?
  7. Toont het vale paard behalve de echtheid van de zondeval, ook de handhaving van Gods toorn jegens ongelovigen? Hoe dan?
     

15        Openbaring 6: 9 – 12. Een boodschap van zielen in de hemel
 

  1. Tot welk volk behoren de zielen onder het altaar? en welk van beide namen waarmee ze Jezus aanspreken heeft betrekking op hun vraag?
  2. Hoe kan men uit de vraag van de zielen opmaken dat de boekrol geen oordeel of wraak is? En het uitstel betrekking heeft op het zesde zegel?
  3. Is de gift van witte kleding aan de zielen als antwoord op hun vraag, een aanwijzing van de opstanding en opname tijdens de zesde zegel? Kunt u dat toelichten?
  4. Is de gift van de kleding in combinatie met de woorden over uitstel een teken dat Gods wraak betrekking heeft op het zesde zegel?
  5. Kan men uit het antwoord van Jezus over de volheid van de tijd en de dreiging voor de gelovigen de conclusie trekken dat het zesde zegel de laatste is?
  6. Indien de zesde de laatste is, wanneer komt dan de zevende zegel?
     

16        Openbaring 6: 12 – 7: 4. Jezus komt tijdens een kernoorlog
 

  1. Komen de gegeven verschijnselen overeen met die van kernraketten?
  2. Kunnen de beschreven verschijnselen ook een andere oorzaak hebben? Waarom niet/wel?
  3. Zijn de huidige antiraketsystemen de oorzaak waarom machthebbers gedwongen worden een serie raketten af te schieten? Of zijn er een andere redenen waarom het hen uit de hand loopt?
  4. Is het verbergen van koningen en groten in rotsen en holen een teken dat het wapentuig uit kernraketten zal bestaan?
  5. Wat gebeurt er en wie is er de oorzaak van wanneer koningen en allen die zich verbergen plotseling dezelfde rotsen vragen hen te verbergen?
  6. Waarom hoort u niemand van de groten en kleinen de naam des Heren aanroepen, zoals op Pinksteren is gezegd? Waar zijn de gelovigen dan?
  7. Is de gigantische verandering van hun gemoedstoestand door de verschijning van Jezus, die het gevaar van kernwapens verre overtreft, een teken en bewijs van de waarheid van de macht en het oordeel van Jezus?
     

17        Openbaring 7: 1 – 10. Geen klimaat aanpassing in Israël.
 

  1. Hoewel algemeen bekend is dat de zon met de vier winden verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van orkanen, waarom geldt dat dan niet voor de huidige klimaatverandering?
  2. Verzegelen van een heel volk betekent in verband met klimaatverandering vrijwaren van vervreemding en beschadiging door de zon en de engelen van de winden. Is dit niet een bewijs dat God het klimaat verandert?
  3. Is het mogelijk de verzegelden op een ander volk toe te passen dan Israël, nu het getal van elke betrokken stam als 12 x 10 x 10 wordt geteld?
  4. Niet alle stammen worden genoemd. Welke ontbreekt en wat betekent dit?
  5. Nu de verzegeling van Israël na 1980 actueel is, toen Jeruzalem de eeuwige stad van Israël is geworden, kan men dan nog Gods hand in de klimaat verandering ontkennen?
  6. Kan men zonder de bazuinen zeker weten of de temperatuursstijging komt door broeikaseffect, of door Gods hand? Hoe dan?
     

18        Openbaring 7: 9 – 17.  Verdrukking door ander evangelie
 

  1. Bestaat de ontelbare schare hier uit alle mensen die behouden worden vanaf Adam en Eva ? Waardoor begreep Johannes dit eerst niet?
  2. Kunt u verklaren waardoor Johannes zich later in de inleiding een broeder en deelgenoot in de verdrukking noemt? Wat veranderde zijn inzicht?
  3. Wie meent dat de grote verdrukking het leed als gevolg van het geloof is, kan die de vraag beantwoorden hoe en waardoor het voortdurend wassen en wit maken van hun kleding in verband staat met de grote verdrukking?
  4. Is hun ootmoedige houding en doen en laten een bewijs en teken dat hun verdrukking uit de blijvende druk van hun zonden en schuld voortkomt?
  5. Is hun verdrukking dezelfde druk waarop Paulus doelt als hij zegt: niet wat ik wil doe ik, maar wat ik niet wil, ik ellendig mens, wie zal mij verlossen?
  6. Indien hun voortdurende verdrukking door de druk van hun zonden komt, waarin verschilt deze druk met de verdrukking van de eindtijd?
  7. Kan een ander evangelie gelovigen in de eindtijd in verdrukking brengen? Kunt u beide genoemde verdrukkingen van elkaar onderscheiden?
     

19        Openbaring 8: 1 – 13.  Angst door klimaat verandering
 

  1. Vóór het bazuinen van de engelen en het half uur stilte waren de engelen van de zon en de winden gevraagd geen schade toe te brengen tot een volk was verzegeld. Kan men de genoemde engelen loszien van de bazuinen?
  2. De zon produceert behalve zichtbaar licht ook onzichtbare ultra violette stralen. Daar de onzichtbare ultra violette stralen veel ernstiger bedreiging voor onze digitale wereld is, is de vraag of met de verduistering van de zon het onzichtbare licht is bedoeld? Vooral nu van de dag en de nacht over een derde afname gesproken wordt. Waarom wel of waarom niet?
  3. Zijn de engelen van de winden en de zon volgens de eerste bazuin verantwoordelijk voor de enorme branden die de aarde sedert 1987 teisteren, en die onblusbaar zijn zolang ze met stormen gepaard gaan?
  4. Nu sedert 1990 vele record verbrekende orkanen de aarde teisteren en deze ontstaan wanneer de zon oceanen bij windstil weer opwarmt tot 28 ° Celsius, heeft een engel dan al de tweede bazuin geblazen? Kunt u dit weerleggen of beamen?
  5. Kan men de genoemde engelen uitsluiten nu de grootste binnenzee, het Aralmeer is opgedroogd en aan de tekenen van de derde bazuin voldoet?
  6. Voeden de genoemde toepassingen van vier bazuinen de angst voor de toekomst of juist niet? Kunt u dit uitleggen?


20        Openbaring 9: 1 – 12. Het eerste wee is voor Israël
 

  1. Wie wordt bedoeld met de engel (ster), die uit de hemel is gevallen? kunt u dit uitleggen?
  2. Onder welk beeld worden de duivelse werken beschreven, en van wie krijgt de Satan de ruimte of het mandaat de vijfde bazuin uit te voeren?
  3. De vijfde bazuin zal slechts één volk treffen. Door welk teken is dit volk te herkennen? Kent u een volk, dat zowel in het verleden als het heden de doop in de drie-enige God officieel afwijst?
  4. Waaruit bestaat de pijniging van het vijfde bazuin? Is de genoemde pijniging alleen geestelijk of ook lichamelijk? Hoe weet u dat?
  5. Hoe lang duurt deze bazuin? En hoelang duurde de eerste Golfoorlog?
  6. Hoeveel doden vielen er in Israël door 39 Scuds van Saddam Hoessein? Hoelang duurde de dreiging met gifgas tijdens de eerste Golfoorlog?.
  7. Voor welk volk was de eerste Golfoorlog pijnlijker voor de Amerikaanse aanvallende soldaten of het volk van Israël? Verklaar uw antwoord?
  8. Kunt u verklaren waarom de 39 Scuds geen slachtoffers onder de Joden gaf, terwijl zij in hun afgeplakte huizen verbleven en elke Scud zijn doel bereikte?
  9. Is het juist of onjuist deze bazuin op de eerste Golfoorlog toe te passen? Is toepassing van deze bazuin mogelijk zonder het herstel van de Joodse macht over Jeruzalem? Wat heeft het herstel en de bazuin ons te zeggen?
     

21        Openbaring 9: 12 – 20. Als de sterren vallen
 

  1. Is de stem uit de horens van het altaar een duidelijk teken dat de laatste oorlog de wraak van God is over zijn tempel? Wat maakt de tempel uniek?

  2. Indien de 6e bazuin Gods wraak over de tempel is, welke volken zijn dan bij deze wraak de dupe? Wanneer is vaker over deze volken geprofeteerd?

  3. Wanneer profetieën tweemaal in de Bijbel worden genoemd, staat de komst ervan voor God vast. Geldt dit ook voor de zesde bazuin die eerder in Openbaring 6 : 11-17 uitvoerig is beschreven? Kunt u dit uitleggen?

  4. Nu voor de tweede keer het wapentuig, het aantal doden (een derde) en de "onbekeerde" achterblijvers worden benoemd, is de vraag gewettigd waarom over de gelovigen wordt gezwegen en waar dezen gebleven zijn?

  5. Indien een tweemaal beschreven profetie voor God vast en zeker is, geldt dit ook voor het droogvallen van de rivier de Eufraat die hierna wordt herhaald en ook Jeremia als laatste daad bekrachtigt. Dient het droogvallen om gelovigen te waarschuwen de naam des Heren tijdig aan te roepen?

  6. Is er een duidelijke overeenkomst tussen de drie tekenen van de rossige, blauwe en zwavelkleurige harnassen en de drieërlei uitwerking van kernwapens? Klinkt deze profetie vandaag nog geloofwaardig?

  7. Kan de voorbereiding van de zesde bazuin een laatste roepstem worden genoemd, nu deze dezelfde is als het “uitgestelde” zesde zegel?
     

22        Openbaring 10: 1 – 11. Het geopende boekje en de opname.
 

  1. Indien de bekleding van de engel met een wolk en de regenboog op de zondvloed wijzen, tonen zijn voeten als van vuur dan dat de wereld door vuur zal vergaan? licht dit toe?
  2. Waarom moet Johannes de zeven donderslagen nog verzegelen, terwijl het "geopende boekje" in het perfectum aangeeft dat het voltooid is en de zesde bazuin de laatste is?
  3. Wat maakt de sterke engel met zijn zweren vast en zeker: het einde van de tijd of het einde van de profetieën, of beide?
  4. Waarom moest Johannes het "geopende boekje" opeten? Was dit nodig om hem te overtuigen dat de zesde bazuin door de mens gebeurt of om de gezworen woorden van de engel, of allebei?
  5. Bent u ook van mening dat het zweren van de engel over het einde van goede profetieën, betekent dat de opname van alle gelovigen tijdens de zesde bazuin zal gebeuren?
  6. Maakt het boekje de buik van Johannes bitter, omdat hij zich toen pas realiseerde dat de opname van de gelovigen tijdens de zesde bazuin zal plaatsvinden?
  7. Volgens Openbaring 6 en 9 zullen kernmachten bij de zesde bazuin kernraketten inzetten, wat de engel bij zijn daling op de zee en de aarde met voeten als zuilen van vuur zichtbaar maakt. Wat zegt de volgorde van het plaatsen van zijn voeten over het verloop van de strijd en de tijd van het aanroepen van de naam des Heren?
  8. Is de opname van de gelovigen een belangrijke reden om aandacht aan het opnieuw profeteren over volken en koningen te besteden? Wat is de reden volgens u?

 

 

Tweede niet chronologische deel ( het opnieuw profeteren uit het geopende boekje)

 

23        Openbaring 10:11 – 11:15.  Wee u Israël en Kerk
 

  1. Wat is de betekenis van het meten door Johannes?
    Heeft het meten ons nu nog iets te zeggen? wat dan?
  2. Waarom mocht Johannes de Voorhof niet meten en waarom worden de “onbekeerde” Joden hier “heidenen” genoemd?
  3. Wie zullen in de eindtijd de heilige stad “vertreden”, de bekeerde Joden, de onbekeerde Joden of beide? Waaruit blijkt dit en hoelang zal dit vertreden duren?
  4. Hoelang zijn de twee getuigen met een zak bekleed en maakte hun evangeliseren blij?
  5. Waardoor verliezen de twee getuigen het profetische mandaat n Jeruzalem?
    Geldt datzelfde verlies door de verandering van het klimaat nu ook voor de Kerk?
  6. Is de vreugde van de tegenstanders van de getuigen terecht, nu dit het tweede wee is?
  7. Is het tweede wee nu herkenbaar in de Kerk? Is dit de antichrist ? Waarom wel of niet?
  8. Wanneer wordt het profeteren van de twee getuigen hersteld? Door wie?
  9. Is de onthulling over het tweede wee voor ons belangrijk? Waarom wel of niet?
     

24        Openb. 11: 13 – 19. Tweede wee is de antichrist
 

  1. Aanbidden de oudsten de Here omdat Hij dan Koning is over de wereld, of om gedane werken? Welke zijn die werken en wat is Gods aandeel?
  2. Wat zegt de hemel hier met het tonen van de ark? Wat is de functie van de wet in de heilsweg en bij het oordeel?
  3. Maakt het wat uit voor het heil kennis van de wet te nemen of de wet te doen? Waarom wel/niet?
  4. Wie zijn de mensen die de naam van God vrezen? Worden dezen behouden? Waarom wel/niet? Waarom riepen zij de naam des Heren niet aan?
  5. Is de zevende bazuin hier gericht of een genadige getuige?  En de andere zegels en bazuinen dan?
  6. Waarin verschilt de zevende bazuin van het zevende zegel met de anderen?
  7. Worden de volken toornig door de bazuinen, de wet of beide? Waardoor?
  8. Is deze toorn binnen of buiten de Kerk? Hoe is dit gevaarlijk voor de gelovigen?
  9. Begint de benoemde toorn tegenwoordig al gestalte te krijgen? Hoe dan?
  10. Biedt de plaats van de wet in de heilsweg en bij het oordeel troost of is het een waarschuwing? Kunt u dit toelichten?

 

25        Openb. 12: 1 – 13. Satan strijdt tegen Jezus
 

  1. Wie zijn de koppen met kronen aan de draak? Zijn die ontstaan door de Satan, door de betreffende koningen, of beide?
  2. Wat zegt het over Gods heil, nu de pogingen van de Satan om de geboorte van het Kind Jezus te voorkomen, zijn mislukt?
  3. Zegt dit ook iets over de macht van de Satan, die van machthebbers, of beide?
  4. Kunt u de zeven koppen met kronen in de Bijbel aanwijzen? Komt Satan daarbij ter sprake?
  5. Waarmee wist de Satan deze koningen voor zijn zaak te winnen, door de wereldse begeerten, of door de vloek van de aarde, of beide?
  6. Heeft de Satan de strijd tegen Jezus geboorte verloren door Gods ingrijpen, door de komst en werking van het heil bij mensen, of door beide?
  7. Welke rol en functie speelde het heil bij de zeven verloren pogingen van de Satan?
  8. Waarom wordt het wee u over de aarde en de zee uitgesproken? Is dit omdat de Satan de geestelijke zin van de aarde en de zee dan zal benutten? Of is het anders?
  9. Waren de mensen die in geloof streden tegen de zeven extremen of gewone mensen?
  10. Zijn deze geloofshelden als voorbeeld voor de eindstrijd tegen de Satan, of het heil?
     

26        Openb. 12: 6 – 13: 3. Satans strijd tegen Gods Woord
 

  1. Wanneer is de draak op de aarde geworpen en waardoor?
  2. Gaat het hier bij de dreiging door de draak en de woestijn als uitweg om materiele of geestelijke wapens? Welke wapens kreeg Israël bij de Sinaï en de vurige slangen?
  3. Nu het hier om geestelijke wapens gaat, moet men ook “woestijn” evenals “zee” in geestelijke zin verstaan. Wat betekenen deze dan?
  4. Daar een Arend niet één vleugel kan missen, wat zegt dit beeld dan over de éénheid van wet en evangelie?
  5. Hoe kan de “vervloekte aarde” een middel of rem zijn tegen de begeerten (zeewater)?
  6. Op wie werd de Satan toornig en welke rol speelt de zee in geestelijke zin hierbij?
  7. Wat kan men leren van Satans nieuwe standplaats bij de wereldse begeerten?
  8. Hoe heeft zijn standplaats te maken met wet en bekering? Waarom is dit belangrijk?
  9. Wanneer hebben Romeinse keizers de Kerk bedreigd? Hoe wijst dit op het hier genoemde beest met de tien horens met kronen?
  10. Wie zijn dan de zeven koppen van hetzelfde beest, waarmee de Satan de Kerk na Pinksteren heeft bestreden? Waardoor werd dit beest toen dodelijk verwond?
  11. Hebben christenen tegenwoordig nog rekening te houden met de vaste plaats van de Satan bij de zee, de begeerten? Hoe dan?
     

27        Openb. 13: 1 – 11. Satan verloor door eenheid Kerk en staat
 

  1. Door wie wordt het beest uit de “zee” toegerust en tegen wie is dit?
  2. Daar dit een geestelijke strijd is, wat is dan de geestelijke zin van “de zee” hier?
  3. Kent de Kerk na Pinksteren vervolgingen door tien andere machthebbers, dan de tien keizers van het oude Romeinse rijk? Waar zal het beest dan herstellen?
  4. Zal de Satan na zeven mislukte pogingen opnieuw proberen de Kerk de godheid van Christus te laten loochenen? Kunt u uitleggen hoe het beest dan zal genezen?
  5. Daar de Kerk door het beest met de horens en koppen in het Romeinse wereldrijk is aangevallen in een geestelijke strijd, kan er dan sprake zijn van herstel buiten Europa?
  6. Betekent herstel van het beest ook herstel van het Romeinse rijk in Europa?
  7. De Satan zal het beest in de eindtijd door lastering van God, zijn Naam en zijn tent doen herstellen. Wat wordt hiermee bedoeld?
  8. Wat is de functie van de wet in de heilsweg? Hoe zal de Satan die functie door het beest weten te veranderen en uit te schakelen?
  9. Wie zal bedoeld beest een mond geven, de Kerk of de wereld? Hoe gebeurt dit?
  10. Wat betekent dit voor de eenheid van wet en evangelie? Wat voor de prediking?
  11. Hoe leert het getuigenis van Jezus dat de eigen ambities, eer en roem altijd ondergeschikt moeten zijn aan Gods eer? Kunt u dit toelichten?
  12. Wat is in dit verband de volharding der heiligen? En wie zijn dezen?
     

28        Openb. 13: 11 – 18.  666, getal van Europa zonder God


 

  1. Wat is in dit verband de geestelijke betekenis van de aarde?
  2. Is er verband tussen de vloek van de vervloekte aarde en het tweede beest uit de aarde? Welke is dat?
  3. Hoe is het beest dat gelijkt op het Lam te onderscheiden van Jezus Christus?
  4. Wat wordt bedoeld met het beest uit de aarde dat sprak als de draak? Wat is dit?
  5. Waarin verschilt het tweede beest uit de aarde met het eerste uit de zee?
  6. In welk werelddeel zal het tweede beest opkomen? Kunt u dat motiveren?
  7. Wanneer en door welk volk is het tweede beest in Europa geïntroduceerd?
  8. Wat is het beeld van het beest en waardoor kan het spreken?
  9. Wat wil de Satan met het tweede beest bereiken? Zijn daarvan al sporen?
  10. Waaraan is het merkteken van het beest te herkennen en wie zullen het dragen?
  11. Heeft kopen en verkopen altijd met het merkteken van het beest te maken? Wanneer wel/niet?
  12. Kunt u het getal 666 nu ook berekenen en toepassen? Welk merkteken draagt u?

NAAR BOVEN
 

   

START      Copyright © 2021, R.H. Keegstra; voor meer informatie: ds.r.h.keegstra@planet.nl of  0594 549542;  Laatst gewijzigd: 06-03-2024