Laatste nieuws
Start Auteur Daniël inleiding Bibliografie Laatste nieuws Openbaring v Johannes Gesprekspunten Links

 Sporen van de wederkomst van Jezus Christus   

 

Vorige
Omhoog
Volgende

 

Zonder bloed van Jezus hoort de Vader niet

Openbaring 20:11-21:9.

 

“Ik zal de dorstige geven uit de bron van het water des levens, om niet”.  Openbaring 21:6.

 

Het vluchten van de aarde en de hemel voor Hem die op de grote witte troon zit, wijst niet alleen op Gods toorn en vloek voor ongelovigen, maar ook op enorme gevolgen voor hen die vergeving van hun zonden in het bloed van Jezus zoeken. Want tegelijk ziet Johannes de doden staande voor de troon van Jezus. Dat wil zeggen, op de dag, dat Jezus terug komt zal ieder mens opstaan (hereniging van de ziel met het lichaam) en geoordeeld worden.

Jezus, als hemelse rechter betekent dat zijn getuigenis de norm bij het oordeel zal zijn. Hij heeft in de nacht van zijn verraad gezegd: “Ik ben de weg en de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij”. De “waarheid” toonde Jezus in zijn lijden en sterven, waarmee Hij Gods toorn over de zonde van ieder mens openbaar maakte. Tevens is Hij door zijn kruisdood de Gever van “het leven” aan een ieder die Hem in geloof vergeving bidt en navolgt. Om echter wanhoop te voorkomen zegt Jezus in één en dezelfde zin nadat Hij in zijn lijden Gods toorn jegens de mens aan het licht brengt, dat Hij ook de uitweg is.
Derhalve moet men bij de prediking altijd één oog gericht houden op Gods toorn jegens ons, terwijl men met het andere oog op vergeving wijst in het verzoenende bloed van Jezus. Want hoewel de aarde en de hemel verdwijnen, geldt dat niet voor de mens en zijn werken. Wanneer Jezus terug komt, vindt hereniging plaats van de ziel met het gestorven lichaam.

Doch daar de doden vóór de troon van Jezus doden worden genoemd, zijn ze ongelovigen. En dat de doden voor Gods troon geen gelovigen zijn, blijkt uit de plaats waar hun dode lichamen vóór de opstanding waren. Want “de zee” geeft als eerste de dode lichamen bij de opstanding prijs. De doden uit de zee zijn allen die tijdens de Zondvloed zijn verdronken. Immers bij de Zondvloed vond alleen Noach met zijn gezin genade bij God, zodat de hele wereldbevolking van die tijd hier als doden voor de troon van Gods Zoon staan!
Maar ook de doden uit de dood die met de zielen uit het dodenrijk of hel worden herenigd, staan voor Jezus. Zodat de betreffende doden voor de troon ongelovigen zijn. Alle doden worden geoordeeld door twee getuigen. De ene getuige zijn hun werken die in het boek staan, waarin bij iedereen de zondeval door Adam en Eva wordt opgeteld. De tweede getuige is het boek des levens waarin de namen van iedere gelovige navolger van Jezus, die zijn geloof en hoop op vergeving in het verzoenende bloed van Jezus blijft bidden.
Dat de dood en het dodenrijk of hel in de poel van vuur worden geworpen, bevestigt dat alle doden ongelovigen zijn, die geoordeeld worden op grond van hun werken.

Het vluchten van de aarde en de hemel voor Jezus onthult naast de ongerechtigheid van de doden, dat de gelovigen dan door opname in de hemel van de aarde zijn verdwenen. Want volgens de apostel Paulus in I Thessalonicenzen 4:16 gebeurt de opstanding in een bepaalde volgorde. Als eersten zullen opstaan die in Christus gestorven zijn. Vervolgens de dan levende gelovigen. Terwijl Jezus in zijn rede over de laatste dingen zei, dat God de dagen ter wille van de uitverkorenen zal inkorten. En dat Hij meteen zijn engelen zal uitzenden om de uitverkorenen te verzamelen uit de vier hoeken van de aarde (Mattheus 24: 22/31). Genoemde volgorde en de woorden van Jezus geven aan dat gelovigen dan zijn opgenomen:

 “En ik zag een groten witten troon en Hem, die daarop gezeten was voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchten, en geen plaats werd voor hen gevonden. En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor den troon. en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het boek des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken. En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld een ieder naar zijn werken. En wanneer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens, werd hij geworpen in de poel des vuurs. En de dood en het dodenrijk werden in de poel des vuurs geworpen. Dit is de tweede dood, de poel des vuurs”.

Na de veroordeling van de doden door twee getuigen ziet Johannes een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, maar geen zee. Vooral het feit dat er geen zee meer is, geeft aan dat er echt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zal komen. Dat nieuwe blijkt ook daaruit dat de eerst aarde en de eerste hemel voor altijd weg zijn, terwijl de mens en zijn werken blijven!
Verder ziet Johannes de heilige stad het nieuwe Jeruzalem door God gemaakt met hemelse materialen vanuit de hemel van God op de nieuwe aarde neerdalen.
Vervolgens hoort Johannes grootse dingen over de nieuwe aarde en hemel. Groter woorden dan die uit de tijd van Adam en Eva in het paradijs. Er wordt niet alleen gezegd dat de verhouding tussen God en de mensen op de nieuwe aarde is hersteld, maar ook dat God dan bij de mensen zal wonen. Dat God bij de mensen gaat wonen is méér dan Adam en Eva in het Paradijs hebben ervaren. Terwijl God in het Paradijs slechts in de avondkoelte verscheen, gaat hij nu blijvend bij de mensen wonen, om hen tot een God te zijn. Ook is Gods aanwezigheid méér dan wonen. Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, terwijl er geen dood meer is, noch geklaag of enige moeite. Geen dood noch pijn noch enige moeite geeft aan dat elke gelovige bij de hereniging van de ziel met het lichaam onvergankelijk vlees krijgt.

Hoewel bij het aardse bestaan de ziel bij te grote kwetsing of verwonding het lichaam verlaat, gebeurt dat niet meer bij de opgestane mens. Dat geldt zowel voor de gelovigen als de ongelovigen die met een onsterfelijk lichaam in de hel worden geworpen. Want bij de wederkomst van Jezus zijn de “eerste dingen” en dus de vervloekte aarde en hemel weg.
Maar terwijl gelovigen in de hemel geen pijn meer lijden, leed de rijke man uit de geschiedenis met de arme Lazarus telkens pijn aan zijn ziel door de vuurvlam in de hel. (Mattheus 16:24). Genoemde pijn van de ziel is na de opstanding in de hel er altijd.
De inwisseling van het aardse tijdperk van stervenden voor dat van eeuwig leven in hemelse heerlijkheid zonder pijn door het verzoenende sterven van Jezus en onverdiende genade, toont de immense eeuwige waarde van het lijden en sterven van Gods Zoon.

 “En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalen uit de hemel, van God, getooid als een bruid, die voor haar man versierd is.
En ik hoorde een luide stem van de troon zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn, en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan”.

Genoemde woorden van de troon duiden op de gigantische betekenis van de overwinning van de dood en opstanding door Jezus. Ook zal Gods Zoon alle dingen telkens “nieuw” maken. Het nieuw maken staat in het Griekse praesens, wat betekent dat Jezus op de nieuwe aarde de dingen telkens “nieuw” maakt. Terwijl de aardse mens gewend is dat het nieuwe van elk ding er vroeg of laat afgaat, doet Jezus de dingen in de nieuwe hemel en nieuwe aarde telkens als nieuw ervaren. Wegens het telkens nieuw zijn van de dingen moet Johannes deze woorden op schrijven, omdat ze betrouwbaar en waar zijn. Altijd “nieuw” zijn geldt in de hemel ook voor de vergeving van de zonden van elke volhardende gelovige bidder! Daarom zegt Jezus dat degene die blijft vragen om vergeving van zijn schuld, dat ook zal krijgen.

Doch elke dorstige krijgt pas na dit leven uit de fontein het levende water te drinken. Dat betekent een gelovige dient zijn hele aardse tijd na zijn bekering Jezus te bidden om vergeving van zijn schuld, totdat hij na dit leven het levende water van Jezus ontvangt. Ook in de tijd tot de wederkomst is Hij nabij: “Ik ben de alpha en de omega, het begin en het einde. Met andere woorden, ook het dorsten naar vergeving is naar de wil van Jezus. Dorstigen zijn zij die na hun bekering Jezus telkens bidden om vergeving van hun schuld. Zij die blijven dorsten naar vergeving zijn de overwinnaars die het levende water en heil erven.

Maar ondanks het gebed het onze Vader menen velen  dat de Here niet telkens gebeden moet worden om vergeving. Dezen menen dat de grote schuld op grond van de doop vergeven is! Doch deze betrouwbare en waarachtige woorden van Jezus over "de dorstige" haalt een streep door de leer van kerken, die de vergeving baseren op geloof in de beloften van Gods verbond, alsof toe-eigening door vragen om vergeving aan Jezus als een dorstige niet meer nodig is.
Ook de leer van kerken, die hun redding baseren op Gods verkiezende genade komt niet overeen met het woord van de Here over het bidden als een "dorstige". Wie zoekt zal vinden.

Zijn woord: “Het is  gebeurd”, als teken van het einde van de genadetijd onderstreept zijn waarschuwing: "Alleen wie overwint zal deze dingen  beërven". Overwinnen kan alleen door volhardend bidden om vergeving op grond van de kruisverdiensten van Jezus. De Here leert duidelijk dat het levende water of heil niet wordt verdiend, maar “gegeven als een geschenk” door God. De grote nadruk die de Allerhoogste hier legt op het woord “Ik” onderstreept hoe vergeving door Hem als een geschenk wordt gegeven zonder een verdienste. Doch daarvoor wil de Here als de alpha en de omega telkens in geloof om gebeden worden. Want gelovigen krijgen pas onverdiende genadige toegang tot God door het bloed van Jezus Christus. Hiervoor dient elke geroepene de Here Jezus telkens te bidden om genadige vergeving met een beroep op zijn offer. Niemand komt tot de Vader dan door Jezus:

“En Hij, die op de troon gezeten is, zeide: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zeide: Schrijf, want deze woorden zijn betrouwbaar en waarachtig. En Hij sprak tot mij: Zij zijn geschied. Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Ik zal den dorstige geven uit de bron van het water des Levens, om niet. Wie overwint zal deze dingen beërven, en Ik zal hem tot een God zijn en Hij zal mij tot een zoon zijn”.

Maar de klein gelovige die niet naar Jezus hoort en het niet nodig acht voortdurend te bidden om onverdiende genadige vergeving van zijn schuld, zijn deel is hierna in de poel van vuur.

Evenals de ongelovige die doet wat Gods Woord een gruwel noemt, blijft vallen onder Gods toorn en vloek. Het eerste dat Jezus in zijn kruisgang aan het licht bracht, is Gods toorn over de schuldige mens. Die daar niet aan wil zal op de dag des oordeels door twee getuigen veroordeeld worden tot de poel des vuurs. Twee boeken als getuigen maken het onmogelijk hier en nu te zwijgen over de eeuwige gevolgen van geloof zonder voortdurend bidden om vergeving. De twee getuigen van Jezus zijn onverbiddelijk. Daarom wordt van allen die verloren gaan, de kleingelovige het eerst bij de naam genoemd.
Wat de NBG heeft vertaald met lafhartigen, noemde Jezus in Mattheus 8:26 kleingelovigen.
Gods Zoon op zijn troon zal straks iedereen in “de poel des vuurs” werpen, die het telkens bidden en werken niet nodig vond. Deze verbanning geldt voor elke kleingelovige net zo goed als ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, hoereerders, tovenaars, afgodendienaars en leugenaars. Kortom, de kleingelovige "is" niet gered, want de bedelaar die weet heeft van zijn schuld en daarom volhardt in gebed in de hoop van het eeuwige leven, "wordt" gered:

“Maar de kleingelovigen (RHK), de ongelovigen, de verfoeilijken, de moordenaars, de hoereerders, de tovenaars, de afgodendienaars en alle leugenaars – hun deel is in de poel, die brandt van vuur en zwavel: dit is de tweede dood”.

Jezus, stierf en overwon om elke dorstige te kunnen drenken die om vergeving blijft bidden:

“Ik zal den dorstige geven uit de bron van het water des Levens, om niet”.

.

NAAR BOVEN

 

 


 

Zoals Jezus zijn leven vrijwillig gaf, geeft Hij het levende water om niet aan hen die Hem daarom smeken.
Bron: Thecia.com.
Toen Ben Hur versmachtte van dorst,
kreeg hij een beker water van Jezus.

De
doden
zijn
ongelovigen

 

 

 

 

 

 


 

 


 

Wat Johannes voor de troon zag, zijn de gelovigen.
Bron: Gallery.euroweb.nl
Het laatste oordeel

.

Een
nieuwe
aarde
zonder
Zee


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 




De ene getuige bevat alle werken van ieder mens.

Het boek des levens bevat ook de werken, maar dan als geloofswerken.
Bron: www.imagebank.com
Twee boeken als getuigen
bij het laatste oordeel

Telkens
als
nieuw
ervaren

 

 

 

 




 


Zoals Jezus met Adam en Eva wandelde in het paradijs, zo doet Hij met elke inwoner van de nieuwe aarde. Bron: www.creationisme.org
Het nieuwe Jeruzalem

 

 

Altijd
bidden
om
vergeving

 

 

 

 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 


 


Wie zich  nu schaamt voor Jezus, zal dat eeuwig moeten berouwen.
Bron: omniboek.nl
zonder bidden is er geen hoop


 

START      Copyright © 2021, R.H. Keegstra; voor meer informatie: ds.r.h.keegstra@planet.nl of  0594 549542;  Laatst gewijzigd: 01-05-2025