Jeruzalem is teken van de wederkomst
-
“Welzalig hij, die blijft verwachten en duizend drie honderd vijf en
dertig dagen bereikt”. Dan. 12: 12.
De koning in 11:36 en 37 is
niet de Syrische Antiochus IV, zoals uitleggers menen. Want deze koning
verheft zich boven elke godheid. Sterker nog, hij verheft zich zelfs boven
de God der goden! Doch Alexander de Grote offerde evenals zijn opvolgers
voor elke aanval en na iedere overwinning op de vijand. Ook de Syrische
Antiochus IV offerde aan de afgoden. Antiochus IV offerde zelfs op het
altaar van Gods tempel te Jeruzalem aan zijn afgod Zeus.
Daarentegen offert de koning in 11:37 niet aan goden, maar verheft zich
boven elke godheid. Zodat deze koning onmogelijk de Syrische Antiochus IV
kan zijn:
-
”Ook op de goden van zijn vaderen zal hij geen acht slaan; op de lieveling
van de vrouwen noch op enigen anderen god zal hij acht slaan, want tegen
alle zal hij zich verheffen”.
Dit gezicht gaat evenals het
vorige over “Jeruzalem” en wat het in de eindtijd overkomen zal. In
verband hiermee is nodig te weten dat de vernietiging van de tempel in 70 na
Christus in de eerste helft van de 70e jaarweek plaatsvond, zodat
de tweede helft over Jeruzalem nog komt.
Hierbij moet men bedenken dat in Daniël 9:24 van de 70 weken is
gezegd, dat de weken als jaarweken alleen aftellen als de Joden het beheer
over de heilige stad hebben. Dat wil zeggen, de andere helft van de 70e
week komt in de eindtijd, terwijl de Joden over Jeruzalem regeren. Het
beheer van de Joden over Jeruzalem werd in 1980 werkelijkheid, toen het
parlement (de Knesset) door een wet de heilige stad tot hoofdstad van Israël
annexeerde.
Nu Israël sinds 1980 voor
het eerst in bijna twee duizend jaar het beheer over Jeruzalem heeft, is de
tweede helft van de 70e en laatste jaarweek bezig af te tellen.
Daarom moet men dit gezicht toetsen of de tegenwoordige leider in Israël de
genoemde koning van 11:36 is.
Vooral nu de hele wereld
getuige is hoe de president van Israël zich niets aantrekt van God, ook niet
van de VS van Amerika noch van het eigen volk, maar doet wat hem goeddunkt.
En op de VN conferentie van 26-09-2025 j.l. riep de president van Israël
door middel van het internet en luidsprekers in de Gaza rechtstreeks tot
Hamas: “laat mijn volk gaan”. Met die “ongehoorde” woorden tegen Hamas
maakte de president zich aan God gelijk. Immers met die oproep gebruikte
deze man dezelfde woorden, die God destijds door Mozes en Aäron aan Farao
liet overbrengen. De president trekt zich niets aan van God en zijn gebod,
maar doodt uit wraak de leiders van elk land dat Israël aanvalt. Dit alles
stemt overeen met wat van “de koning” wordt gezegd. Sterker nog, met deze
leider in Jeruzalem wordt de wetteloze mens uit 2Thessalonicenzen 2:3
openbaar, die zich als een “geweldenaar” boven God verheft! Bovenstaande
maakt de huidige president van Jeruzalem gelijk aan de koning uit 11:36:
-
“En de koning zal doen wat hem goeddunkt; hij zal zich verhovaardigen en
zich verheffen tegen elke god, zelfs tegen de God der goden zal hij
ongehoorde woorden spreken, en hij zal voorspoedig zijn totdat de maat van
de gramschap vol is; want wat vastbesloten is, geschied”.
Ook vindt deze koning, in
overeenstemming met het gezicht, voor zijn “bedreigde” land zijn kracht en
vertrouwen in “wapentuig” in plaats van op God. Daaraan besteed hij grote
sommen geld! Zulk een verering van het wapentuig hebben hun vaderen niet
gekend:
-
“Maar in hun plaats zal hij de god der vestingen vereren: den god dien
zijn vaderen niet gekend hebben, zal hij vereren met goud en zilver en
edelgesteenten en kostbaarheden”.
Wegens meerdere oorlogen
door buurlanden, probeert de leider van Israël door wapentuig anderen af te
schrikken. Ook paste hij in de laatste oorlog de wetten van Exodus niet toe.
Verder deelt hij land uit
aan de partijleden van de kolonisten, die hem in het zadel hielpen:
-
“En hij zal optreden tegen de versterkte vestingen met de hulp van de
vreemde god; ieder die deze erkent, zal tot grote eer komen; hij zal hen
tot heersers maken over velen en hen de aarde toedelen als loon”.
Intussen zal de genoemde koning in de
eindtijd botsen met de koning van het Zuiden.
Daarbij zal de koning van het Zuiden Israël met hoornen stoten. Het stoten
met hoornen kunt u vandaag toepassen op een aanval met raketten en drone’s
op Israël. Terwijl het te hulp schieten van Israël met vele schepen
vergelijkbaar is met het onderscheppen van inkomende raketten en drone’s
door de afweerraketten van bevriende mogendheden.
Als de man in het gezicht van 12:5 aan deze
zijde van de rivier Israël vertegenwoordigt, dan vertegenwoordigt de man aan
de overkant van de Tigris waar Iran ligt, het volk van Iran.
En als de koning van het Zuiden als een overstroming landen zal doortrekken,
betekent dat hij bepaalde volken tot vazallen en medestrijders zal bewegen.
Behalve de Houthi’s in Jemen heeft Iran tegenwoordig benijdenswaardige
contacten aan de Middellandse Zee. Het financiert en onderhoud relaties met
Hamas en de Hezbollah in respectievelijk Gaza en Zuid-Libanon:
-
“Maar in de eindtijd zal de koning van het Zuiden (Iran) met hem
(Jeruzalem) in botsing komen, en de koning van het Noorden (Irak) zal op
deze aanstormen met wagens en ruiters en vele schepen, en hij zal de
landen binnenvallen.e als een overstroming steeds verder om zich
heengrijpen. Ook het Sieraadland zal hij binnenvallen en velen zullen
krachteloos zijn (RHK)”.
Ondanks dat de meeste
Palestijnse vluchtelingen in Jordanië wonen, zijn de woorden over Edom, Moab
en de Ammonieten een grote waarheid. Want Jordanië, dat het land van Edom,
Moab en de Ammonieten is, is geen vazal van Iran:
-
“maar aan zijn macht zullen ontkomen: Edom, Moab en de keur der
Ammonieten.”
De aanvallen van de Houthi’s kost Egypte
zoals wordt geprofeteerd het goud. Want terwijl de Houthi’s door hun
aanvallen de scheepvaart door het Suez-kanaal stilleggen, waardoor Egypte
vele miljarden aan inkomsten misloopt, treden ze toch niet op tegen de
Houthi’s:
-
“En hij zal zijn hand uitstrekken tegen de landen, en het land Egypte zal
niet ontkomen, maar hij zal de schatten bemachtigen van goud en zilver en
kostbaarheden van Egypte; en Libyers en Ethiopiërs zullen in zijn gevolg
zijn”.
Ofschoon wordt gezegd, dat
het herstelde koningschap over Jeruzalem voorspoed zal hebben, blijft dat
niet zo. Ondanks voorspoed komt de tweede helft van de 70e
jaarweek tot een einde. Hoewel Iran aan zijn einde zal komen, geldt dat ook
voor Jeruzalem. Want dit gezicht gebeurt in de tweede helft van de 70e
jaarweek, die zal uitlopen op de wederkomst van Jezus.
Ook zal Iran velen in
Jeruzalem doden in overeenstemming met wat in de eerste helft van de 70e
week tot 70 na Christus in Jeruzalem plaatsvond. Want God zal in de laatste
week het verbond zwaar maken, zodat de omstandigheden in de laatste helft
vergelijkbaar worden met de vele doden door de burgeroorlog in de eerste
helft.
Toen vielen in Jeruzalem 1,1 miljoen doden, terwijl de Romeinen de tempel
verwoesten. Hierbij denk ik behalve aan Jezus woorden in Lucas 19:42vv, ook
die in Mattheus 24:15vv.
De genoemde benauwdheid komt behalve als gevolg van
vele doden door vreselijke wapens, vooral ook door de verschijning van Gods
Zoon, Jezus Christus op de wolken. Het opstaan van de aartsengel Michaël
tijdens de genoemde oorlog duidt niet alleen op een gigantische benauwdheid,
maar ook op het einde van de tweede helft van de 70e jaarweek:
-
“En geruchten uit het Oosten en uit het Noorden zullen hem ontstellen,
zodat hij in grote grimmigheid zal uittrekken om velen te verdelgen en te
vernietigen.
Hij zal zijn staatsietenten opslaan tussen de zee en den berg van het
heilige Sieraad, maar dan komt hij aan zijn einde, zonder dat iemand hem
helpt”.
Terwijl de oorlog tussen Israël en Iran tot
enorme benauwdheid zal leiden onder de volken, worden de gelovigen in die
nood bewaard en gered. Want de vorst Michaël zal opstaan om “de kinderen”
van Israël op te nemen. Maar Michaël redt niet alle Joden, doch alleen “de
kinderen” van Israël. Hierbij zijn ook alle gelovigen, die uit de heidenen
op Israël zijn ingeënt, bij in begrepen. Want hij redt allen die geschreven
staan in het boek des levens. De kinderen van Israël zijn zij die geloven in
Jezus als hun Here en Messias (Verlosser).
Als Michaël opstaat, komt de opname, maar
allereerst worden die ontslapen zijn opgenomen. Dat gebeurt als de Satan
alles op alles zet om Gods raadsbesluit over Jeruzalem in de tweede helft
van de 70e jaarweek tot een leugen te maken:
-
“Te dien tijde zal Michaël opstaan, de grote vorst, die de kinderen (RHK)
van uw volk terzijde staat; en er zal een tijd van grote benauwdheid zijn,
zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan, tot op dien tijd toe.
Maar in die tijd zal uw volk ontkomen; al wie in het boek geschreven wordt
bevonden”.
Dat dit in de eindtijd
gebeurt, wordt bevestigd door de woorden over de gevolgen voor de gelovigen.
Want die benauwdheid is daarna voor Gods kinderen voor altijd voorbij:
-
“En wanneer er een einde komt aan het verbrijzelen van de macht van het
heilige volk, dan zullen al deze dingen voleindigd zijn”.
Nu dit gezicht verborgen en verzegeld is
“tot” de eindtijd, zoals tweemaal wordt gezegd (12:4 en 9), kan het pas
worden verstaan en op Jeruzalem toegepast als de eindtijd is aangebroken!
Dat betekent, nu dit gezicht verstaanbaar en toepasbaar is, is het
einde in zicht:
-
“want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot den eindtijd.. en
geen der goddelozen zal het verstaan, maar de verstandigen zullen het
verstaan”.
Verder brengt de
toepasbaarheid van dit gezicht de vraag naar de tijdsduur van dit gezicht:
-
“Hoelang toeft (wacht) het einde van deze buitengewone dingen”.
Wanneer de engelenvorst de
3½ tijd bekend maakt, blijft de dag en het uur verborgen.
Daar de engelenvorst boven de rivier de duur van “drie en een halve tijd”
met beide handen zwerend omhoog aangeeft, betekent dat God de dag en het uur
van de wederkomst bepaalt De 3½ tijd bepaalt iedereen bij de tweede
helft van de 70e week, als Israël Jeruzalem regeert. Nu de Joden
sinds 1980 de macht weer over de heilige stad hebben, is dit heden het
geval:
-
“En ik, Daniël, zag en zie, daar stonden twee anderen, de een aan dezen
oever van de rivier, en de ander aan genen oever der rivier, en de een
zeide tot de man die met linnen klederen bekleed was en zich boven het
water van de rivier bevond: hoelang toeft het einde dezer wonderbare
dingen? Toen hoorde ik den man die met linnen klederen bekleed was en zich
boven het water van de rivier bevond, zweren bij Hem die eeuwig leeft,
terwijl hij zijn rechter en linkerhand naar de hemel hief: Een tijd,
tijden en een halve tijd”.
Opdat de gelovigen in de
eindtijd dit gezicht van Daniël als “de tweede helft” zullen verstaan, noemt
de Schrift nog twee getallen. Beide getallen die in de tweede helft van de
70e jaarweek gebeuren, hebben Jeruzalem als uitgangspunt.
Getallen die pas letterlijk kunnen worden verstaan en toegepast, als we “de
gruwel” kennen en de tijd, toen ze in Jeruzalem is gekomen. Dat wil zeggen,
het gaat bij beide getallen niet om een symbolisch verstaan, maar om
letterlijke toepassing van de getallen. Welnu, in 690 na Christus heeft een
mohammedaanse vorst na de verovering van Jeruzalem op de fundamenten van het
heilige der heiligen een moskee gebouwd. Op deze moskee, “de koepel van de
rots” staat: “God heeft geen Zoon.” De moskee op de plek waar Gods volk
moest bidden omdat er zonder bloed geen toegang tot God is, is en zal wegens
de ontheiliging van Gods Zoon een gruwel van verwoesting worden.
Daar “de gruwel” in de
eindtijd verwoesting brengt, moeten beide getallen letterlijk worden
toegepast. Want het getal 1290 in jaren geteld vanaf de oprichting van de
gruwel in 690 komt uit in het jaar 1980. In 1980 heeft het Joodse parlement
(de Knesset) Jeruzalem geannexeerd.
In 1980 heeft het Joodse parlement (de Knesset) Jeruzalem geannexeerd.
In dit jaar begon de tweede en laatste helft van de 70e jaarweek, die God
zwaar zal maken.
1980 is ook het jaar dat Iran van een
vriend veranderde in een dodelijke vijand van Israël:
-
“En van den tijd af dat het dagelijks offer wordt gestaakt en een gruwel
wordt opgericht, die verwoesting brengt, zijn het duizend tweehonderd en
negentig dagen”.
Vanaf die tijd is de strijd
tussen de moslim volken en de Joden over Jeruzalem ernstig toegenomen. Dit is na 7
oktober 2023 uitgelopen op een directe oorlog met Iran.
In deze oorlog handelt de president van Israël in overeenstemming met de
koning in 11:36v. Dankzij het moderne wapentuig doet de leider van Israël
met de vijand wat hem goeddunkt.
Intussen regeert hij als “de geweldenaar” Lamech uit Genesis 4:24, die tot
zijn vrouwen Ada en Silla zei, “hoort naar mijn stem. Kaïn wordt zevenmaal
gewroken, maar Lamech 77 maal.” Echter de vorst Michaël zal als hij opstaat
geen “geweldenaars” opnemen in de hemel, doch alleen “de kinderen” van
Israël die geschreven staan in het boek des levens.
Maar de engelenvorst boven de Tigris geeft ook nog een tweede getal. Dit
getal toont Gods raadsbesluit over het einde van Jeruzalem in de tweede
helft van de laatste jaarweek. Hierbij sluit het verschil van 45 jaar
tussen beide getallen nauwgezet aan bij de eerste helft van de 70e
jaarweek, toen de Romeinen in 3½ jaar Jeruzalem heroverden. Daar één
jaarweek 49 jaar duurt en de Joden in de eerste helft van de 70e
jaarweek slechts 3½ jaar over Jeruzalem hebben geregeerd, duurt de tweede
helft van het 70e jaar ruim 45 jaar (49-3½). Kortom, de Joden
regeren gerekend vanaf 1980 nog ruim 45 jaren over de heilige stad.
Nu beide getallen in de
tweede helft van het 70e jaarweek op Jeruzalem worden toegepast
en de laatste oorlog bezig is, duurt het opstaan van Michaël niet lang meer,
evenals de opname.
Jeruzalem als teken sluit aan bij Jezus woord in lucas 19:43, terwijl Hij
over de stad weende. Het tweede getal verbindt geloof in Gods raad over
Jeruzalem met het eeuwige heil. Want gelukzalig is hij die Gods besluit over
Jeruzalem in de 70e jaarweek van harte gelooft en Jezus komst
verwacht in het jaar waar het getal 1335 letterlijk op uitkomt.
Geloven wil zeggen, wie
Jezus gelooft als de weg en de waarheid en het leven. De “waarheid” is dat
er zonder bloed geen toegang tot God is, wat Jezus in zijn vreselijke
kruisgang heeft betuigd als de getrouwe Getuige. Daardoor is Hij “de weg”
voor een ieder die de genoemde waarheid gelooft en Jezus in alle nederigheid
als “het leven” om genadige vergeving bidt:
-
“Welzalig hij, die blijft verwachten en duizend drie honderd vijf en
dertig dagen bereikt”.
.
NAAR BOVEN